Uit boek Taboe

Uit boek Taboe

Uit boek Taboe, hoofdstuk ‘Onze cultuur’

De Turkse cultuur is er één van saamhorigheid. Zodra iemand het moeilijk heeft, zullen er altijd mensen opstaan om te helpen. We hebben een sterk groepsbesef en staan dag en nacht voor elkaar klaar. Kom je rond etenstijd langs, dan kun je erop rekenen dat er een vol bord voor je wordt neergezet. Mijn moeder kookte steevast voor tien personen; er zou zomaar eens visite kunnen komen. Agenda’s trekken, zoals in Nederland gebruikelijk is, doen wij nauwelijks. De deur staat altijd open. Samen eten, samen zijn en voor elkaar zorgen is kenmerkend. We beschikken over een fijne, warme ‘wij-cultuur’, waar ik trots op ben. En hoewel ik steeds meer ‘verwester’ is die warmte, dat liefdevolle en sociale iets wat ik absoluut niet kwijt wil raken. Maar onze collectivistische inslag heeft ook nadelen. We zijn een trots volk en houden sterk vast aan onze principes. Religie speelt hierin een essentiële rol. Bepaalde dingen zijn streng verboden voor islamieten, waaronder het opzettelijk beschadigen van je lichaam en brein met (onder andere) geestverruimende middelen. Ook wanneer je minder of niet gelovig bent, is dat denkbeeld stevig verankerd in onze cultuur. Een groot deel van de Turkse gemeenschap staat zeer kritisch tegenover drugs- en alcoholgebruik. Mensen die wel gebruiken, worden al snel veroordeeld. Helemaal als ze verslaafd zijn. Ze kunnen zelfs worden uitgesloten van deelname aan de gemeenschap. Uit angst voor die oordelen, wordt verslavingsproblematiek vooral binnenshuis gehouden. Of er wordt helemaal niet over gepraat, ook niet onderling in gezinnen. De eenzaamheid die daarmee ontstaat is schrijnend en gevaarlijk. Het is mijn wens dat er meer openheid komt in de Turkse cultuur en dat ik daarvoor handvatten kan geven, zodat de verslaafde en zijn naasten echt geholpen kunnen worden.